Bijlagen

Indicatoren (Vernieuwing BBV)

Indicatoren (Vernieuwing BBV)

Bestuur en Organisatie

 

2014

2015

2016

2017

2018

2019

2020

2021

Formatie (fte per 1.000 inwoners)

9,3

9,2

8,8

8,3

8,2

8,2

8,1

8,1 

Bezetting (fte per 1.000 inwoners)

8,8

8,8

8,4

8,1

8,2

8,0

8,1

8,1 

Apparaatskosten (kosten per inwoner in €)

778

751

711

688

610

674

747

765 

Externe inhuur (kosten als % van totale loonsom plus kosten inhuur externen)

8,1%

6,5%

5,7%

11,3%

10,2%

11,2%

9,0%

11,1% 

Overhead (% van totale lasten)

6,3%

7,1%

7,6%

5,8%

6,4% 

Percentage bewoners dat tevreden is over de dienstverlening door de gemeente

74%

74%

70%

 

Toelichting

  • Formatie (fte per 1.000 inwoners)
    Het gaat hier om de toegestane formatie in fte van de ambtelijke organisatie, ongeacht of die worden ingevuld door iemand met een vaste aanstelling of een tijdelijke aanstelling of nog openstaan in de vorm van een vacature.
  • Bezetting (fte per 1.000 inwoners)
    Het gaat hier om het werkelijk aantal fte dat werkzaam is.
  • Apparaatskosten (kosten per inwoner)
    Apparaatskosten zijn alle personele en materiële kosten die verbonden zijn aan het functioneren van de organisatie, exclusief griffie en bestuur.
  • Overhead (% van totale l asten)
    Alle kosten die samenhangen met de sturing en ondersteuning van de medewerkers in het primaire proces.

Klik hier voor meer onderzoeksuitkomsten/statistieken over bestuur en organisatie:  

Veiligheid

2014

2015

2016

2017

2018

2019

2020

2021

Aantal geweldsmisdrijven per 1.000 inwoners

8,1

7,2

7,1

6,3

6,3

5,5

5,6

5,1

Gemiddelde benchmark

8,1

7,5

7,3

6,9

6,8

6,6

6,1

5,5

Aantal diefstallen uit woningen
per 1.000 inwoners

5,0

4,0

3,9

3,3

2,5

2,8

1,9

1,5

Gemiddelde benchmark

5,8

4,8

3,9

3,1

2,8

2,6

2,0

1,5

Aantal winkeldiefstallen per 1.000 inwoners

5,3

4,2

4,1

3,7

3,8

3,6

3,4

2,7

Gemiddelde benchmark

4,5

4,1

3,8

3,7

4,0

4,0

3,4

2,7

Aantal vernielingen en beschadigingen (in de openbare ruimte) per 1.000 inwoners

8,8

8,0

8,1

7,0

6,3

6,7

6,9

7,5

Gemiddelde benchmark

9,7

9,1

8,7

7,7

7,1

8,0

8,1

7,9

Aantal verwijzingen Halt per 1.000 inwoners van 12 t/m 17 jaar

15

12

11

10

8

10

9

Gemiddelde benchmark

18

17

18

17

15

17

16

Percentage jongeren (12 t/m 21 jaar) met een delict voor de rechter

2%

1%

1%

1%

1%

1%

1%

Gemiddelde benchmark

2%

1%

1%

1%

1%

1%

1%

Rapportcijfer voor veiligheid in buurt

7,1

7,1

7,2

7,2

7,2

7,3

Gemiddelde benchmark

6,9

6,9

7,1

7,1

7,2

7,3

Percentage tevreden over functioneren politie in buurt

37%

Gemiddelde benchmark

37%

Percentage ontevreden over functioneren politie in buurt

8%

Gemiddelde benchmark

7%

Aantal casussen regieteams

384

401

361

Aantal Nijmeegse casussen veiligheidshuis

140

158

173

187

284

268

Toelichting

  • Rapportcijfer voor veiligheid in buurt en tevredenheid over functioneren politie in buurt
    De bron is de landelijke Veiligheidsmonitor, die vanaf 2017 met tweejaarlijkse in plaats van jaarlijkse metingen werkt. Door wijzigingen in de methodiek bij de meting in 2021 zijn de uitkomsten voor het functioneren van de politie in de buurt niet vergelijkbaar met die van eerdere metingen.
  • Aantal casussen regieteams
    Het gaat om de casussen die in het betreffende jaar opgestart zijn plus de casussen die in eerdere jaren opgestart zijn en nog lopen.
  • Aantal casussen veiligheidshuis
    Het gaat om de Nijmeegse casussen die in het betreffende jaar opgestart zijn plus de casussen die in eerdere jaren opgestart zijn en nog lopen. Het gaat om de casussen Top X aanpak, Top X plus aanpak (gestart in april 2019), Jeugdbeschermingstafel (gestart in januari 2019) en MDA++ (aanpak huiselijk geweld en kindermishandeling; gestart in 2019).
  • Gemiddelde benchmark
    Het gemiddelde voor de steden Arnhem, Eindhoven, Enschede, Groningen, Leiden, Maastricht, Nijmegen en Tilburg.

Klik hier voor meer onderzoeksuitkomsten/statistieken over veiligheid:

Economie en Toerisme

2014

2015

2016

2017

2018

2019

2020

2021

Aantal banen per 1.000 inwoners 15 t/m 64 jaar

812,5

802,5

792,2

796,7

811,6

829,7

837,2

Gemiddelde benchmark

842,6

843,5

850,9

864,7

879,6

893,5

890,1

Aantal banen in de volgende sectoren: 

Life sciences

9.960

10.130

10.250

10.450

10.610

10.670

10.960

11.160

High tech

6.230

5.950

5.990

6.250

6.600

6.540

6.710

6.600

Vrijetijdseconomie (toerisme en recreatie)

6.030

6.370

6.720

7.020

7.250

7.390

6.580

Logistiek

2.620

2.430

2.370

2.170

2.420

2.490

2.750

2.960

Environmental goods and services (duurzaamheid)

1.230

1.240

1.090

1.010

1.030

1.070

1.100

1.090

Aantal vestigingen van bedrijven per 1.000 inwoners 15 t/m 64 jaar

108,9

111,8

115,6

118,0

124,0

130,4

138,3

Gemiddelde benchmark

111,1

114,0

118,8

121,6

127,1

132,1

139,1

Functiemenging

55,8

55,4

54,9

55,6

56,0

56,2

56,1

Gemiddelde benchmark

55,6

55,6

55,6

56,0

56,4

56,6

56,3

Leegstandspercentage winkels, voor winkelgebieden stadsbreed 

8,0%

8,9%

7,3%

6,4%

8,7%

6,1%

8,0%

6,1%

Leegstandspercentage kantoren

4,6%

5,2%

2,4%

2,2%

2,5%

2,6%

2,4%

Aantal toeristische overnachtingen (hotels en B&B’s)

161.510

176.518

200.510

275.083

302.697

297.526

166.911

Rapportcijfers ondernemers voor ondernemersklimaat

6,5

6,7

6,6

6,8

Toelichting

  • Functiemenging
    De functiemengingsindex weerspiegelt de verhouding tussen banen en woningen, en varieert tussen 0 (alleen wonen) en 100 (alleen werken). Bij een waarde van 50 zijn er evenveel woningen als banen.
  • Leegstandspercentage winkels, voor winkelgebieden stadsbreed

Het percentage geldt voor januari en geeft het percentage winkeloppervlak dat leegstaat weer. Leegstandspercentage kantoren
Geeft het percentage kantooroppervlak dat leegstaat weer (nieuwe tijdreeks op basis van CBS-cijfers).  

  • Gemiddelde benchmark
    Het gemiddelde voor de steden Arnhem, Eindhoven, Enschede, Groningen, Leiden, Maastricht, Nijmegen en Tilburg.

Klik hier voor meer onderzoeksuitkomsten/statistieken over economie en toerisme:  

Welzijn, Wijkontwikkeling en Zorg

2014

2015

2016

2017

2018

2019

2020

2021

Percentage kinderen (0 t/m 17 jaar) in uitkeringsgezin

10%

10%

11%

10%

10%

10%

10%

Gemiddelde benchmark

10%

10%

11%

10%

10%

10%

10%

Percentage jongeren (0 t/m 17 jaar) met jeugdhulp

10,5%

10,9%

11,0%

11,0%

11,6%

11,8%

Gemiddelde benchmark

10,7%

11,6%

12,2%

12,9%

13,4%

13,1%

Percentage jongeren (0 t/m 17 jaar) met jeugdbescherming

1,6%

1,4%

1,3%

1,3%

1,3%

1,3%

Gemiddelde benchmark

1,6%

1,4%

1,4%

1,4%

1,5%

1,5%

Percentage jongeren (12 t/m 22 jaar) met jeugdreclassering

0,6%

0,6%

0,6%

0,5%

0,5%

0,5%

Gemiddelde benchmark

0,6%

0,5%

0,4%

Verhouding jeugdhulp met en zonder verblijf:

Aantal cliënten jeugdhulp zonder verblijf

4.135

4.262

4.512

4.478

4.487

Aantal cliënten jeugdhulp met verblijf

496

539

523

516

503

Aantal WMO-cliënten met een maatwerkarrangement (per 10.000 inwoners)

710

720

720

750

770

Gemiddelde benchmark

785

834

Aantal aanmeldingen sociale wijkteams

4.000

7.800

9.900

10.200

10.400

10.000

8.400

Aantal bezoeken Stips

13.500

15.000

18.000

23.100

14.052

Percentage huishoudens dat gebruik maakt van 5 of meer gemeentelijke voorzieningen in het sociaal domein

3,5%

3,8%

4,5%

4,5%

Percentage volwassenen dat zich ernstig eenzaam voelt

12%

10%

Gemiddelde benchmark

12%

12%

Percentage volwassenen dat vindt dat men te weinig contact met anderen heeft

10%

9%

12%

12%

Percentage volwassenen dat zich goed gezond voelt

76%

78%

77%

78%

Percentage volwassenen dat zich in vrije tijd inzet voor samenleving (organisaties, de woonbuurt, mantelzorg, hulp aan anderen)

52%

55%

54%

54%

Toelichting

  • Percentage jongeren (0 t/m 17 jaar) met jeugdhulp
    Onze eigen gemeentelijke statistieken laten zien een hoger percentage zien (circa 15%). Verklaring daarvoor zijn de volgende: Het CBS telt alleen de gedeclareerde zorg in natura mee (wanneer de gemeente de zorg direct aan de zorgverlener vergoedt). Het is ook mogelijk dat de jeugdhulp wordt ingekocht met een persoonsgebonden budget. Het CBS telt jeugdbescherming en jeugdreclassering niet mee. Het CBS is afhankelijk van de aanlevering van cijfers door jeugdhulpaanbieders. Het kan zijn dat niet alle aanbieders cijfers aanleveren. Als geen actuele cijfers zijn aangeleverd, wordt een inschatting gedaan aan de hand van cijfers voor eerdere periodes.
  • Aantal meldingen sociale wijkteams
    De daling in 2021 van aantal aanmeldingen heeft te maken met het van start gaan in juli 2021 van de Buurtteams Jeugd en Gezin. We hebben nog geen compleet beeld van het aantal meldingen bij die buurtteams.  
  • Gemiddelde benchmark
    Het gemiddelde voor de steden Arnhem, Eindhoven, Enschede, Groningen, Leiden, Maastricht, Nijmegen en Tilburg.

Klik hier voor meer onderzoeksuitkomsten/statistieken over welzijn en zorg:

Werk en inkomen

2014

2015

2016

2017

2018

2019

2020

2021

Netto arbeidsparticipatie 

64,4

64,6

64,4

66,6

66,9

67,7

68,2

Gemiddelde benchmark

63,1

63,6

63,9

64,8

65,8

66,8

66,4

Percentage werkloze jongeren (16 t/m 22 jaar) 

2%

2%

2%

2%

2%

3%

3%

Gemiddelde benchmark

2%

2%

3%

3%

3%

2%

2%

Aantal personen met een bijstandsuitkeringen per 10.000 inwoners

646,0

665,1

676,6

639,8

617,4

720,9

Gemiddelde benchmark

595,5

607,5

611,8

585,5

561,2

638,2

Aantal mensen dat uit de bijstand uitstroomt naar werk 

761

755

668

868

933

732

610

861

Percentage mensen dat zes maanden na uitstroom uit de bijstand door werk niet opnieuw ingestroomd is

95%

95%

94%

Aantal lopende re-integratievoorzieningen per 10.000 inwoners van 15 t/m 64 jaar

139,7

107,8

105,6

120,4

78,2

69,7

Gemiddelde benchmark

248,4

196,2

209,4

222,2

154,0

127,3

Percentage huishoudens dat minimaal 4 jaar onder de lage-inkomensgrens zit 

4,5%

5,2%

5,5%

5,6%

5,7%

5,7%

5,2%

Gemiddelde benchmark

4,4%

5,0%

5,3%

5,2%

5,4%

5,4%

5,0%

Aantal Nijmegenaren dat gebruik maakt van 1 of meer inkomensondersteunende voorzieningen

15.994

17.125

18.345

18.544

19.126

19.052

20.756

Aantal Nijmegenaren met inkomen tot 110% sociaal minimum

18.600

18.100

18.200

18.300

17.900

17.900

17.900

Aantal Nijmegenaren met inkomen tot 130% sociaal minimum

27.300

26.500

26.500

26.500

26.200

25.800

26.200

Toelichting

  • Netto arbeidsparticipatie
    Het gaat om het percentage van de werkzame beroepsbevolking ten opzichte van de potentiële beroepsbevolking.
  • Percentage werkloze jongeren (16 t/m 22 jaar)

Personen van 16 t/m 22 jaar die als werkzoekende staan ingeschreven bij e UWV WERKbedrijf en tegelijkertijd geen baan hebben als werknemer volgens de Polisadministratie (waarin UWV informatie verzamelt over loon, uitkeringen en arbeidscontracten). Het werkloosheidspercentage volgens deze definitie is lager dan het werkloosheidspercentage voor de 15- t/m 24-jarigen op basis van de Enquête Beroepsbevolking van het CBS. In 2020 lag het werkloosheidspercentage voor de 15- t/m 24-jarigen op 10,3% (versus 4,6% voor de totale Nijmeegse beroepsbevolking).

  • Aantal mensen dat uit de bijstand uitstroomt naar werk

Hierbij zijn de IOAW en IOAZ wel meegerekend en de BBZ niet. Bij uitstroom naar werk kan het gaan om werken bij een werknemer of werken als zelfstandige.

  • Percentage mensen dat zes maanden na uitstroom uit de bijstand door werk niet opnieuw ingestroomd is
    Het percentage heeft betrekking op de mensen die in het betreffende jaar uitgestroomd zijn. Dus van de personen die in 2020 uitstroomden uit de bijstand was 94% na een half jaar niet opnieuw ingestroomd.
  • Aantal re-integratievoorzieningen per 10.000 inwoners van 15 t/m 64 jaar
    De sterk uiteenlopende  aantallen per stad wekken de indruk dat administratieve factoren de benchmark voor deze verplichte indicator vertekenen.
  • Percentage huishoudens dat minimaal 4 jaar onder de lage-inkomensgrens zit

Het CBS berekent bij hoeveel huishoudens er risico op armoede is: het percentage huishoudens onder de lage-inkomensgrens. In 2020 lag de lage-inkomensgrens voor een alleenstaande op netto 1.100 euro per maand. Voor een paar was dat 1.550 euro, en met twee minderjarige kinderen 2.110 euro.

  • Gemiddelde benchmark
    Het gemiddelde voor de steden Arnhem, Eindhoven, Enschede, Groningen, Leiden, Maastricht, Nijmegen en Tilburg.

Klik hier voor meer onderzoeksuitkomsten/statistieken over werk en inkomen:

Onderwijs

2014

2015

2016

2017

2018

2019

2020

2021

Absoluut verzuim per 1.000 leerplichtigen

8,9

8,6

11,4

11,9

10,1

9,4

7,6

Gemiddelde benchmark

2,5

2,7

3,6

2,8

3,4

4,1

3,7

Relatief verzuim per 1.000 leerplichtigen

37

39

36

27

21

19

Gemiddelde benchmark

34

31

31

25

22

24

Percentage voortijdig schoolverlaters zonder startkwalificatie (VSV-ers) onder 12- t/m 22-jarigen

2,4%

2,2%

1,9%

2,4%

2,9%

2,3%

2,1%

2,1%

Gemiddelde benchmark

2,7%

2,5%

2,3%

2,6%

2,8%

2,7%

2,3%

2,5%

Percentage leerlingen dat naar basisschool dichtbij gaat (maximaal 300 meter verder van het woonadres dan de dichtstbijzijnde school)

66%

65%

64%

63%

63%

62%

61%

61%

Aandeel leerlingen in speciaal onderwijs

6,2%

6,1%

5,8%

5,9%

5,7%

5,9%

5,9%

6,0%

Percentage van peuters met ontwikkelingsrisico dat gemeente bereikt met een toegespitst aanbod 

95%

92%

83%

86%

Aantal scholen dat behoort tot de 15% van de Nederlandse scholen met een populatie die de meeste kans op onderwijsachterstand heeft

12

12

11

11

11

Toelichting

  • Absoluut verzuim per 1.000 leerplichtigen

Van absoluut verzuim is sprake als een leerplichtige jongere tussen de 5 en 16 jaar of een jongere van 16 of 17 jaar die valt onder de kwalificatieplicht niet is ingeschreven op een school en ook niet vrijgesteld is van de inschrijvingsplicht. Administratieve factoren vertekenen de benchmark voor deze verplichte indicator. Vaak is bij scholen de administratie pas op 1 oktober rond. De meldingen van DUO komen echter al in augustus en september binnen. De meeste gemeenten wachten tot oktober met het importeren van DUO-gegevens, om onnodige meldingen van absoluut verzuim te voorkomen. In Nijmegen is de keuze daar juist snel mee te zijn, om er eventueel vroeg op af te kunnen. De afdeling Leerplicht van de gemeente Nijmegen hanteert een strikte registratie van alle absoluut verzuimmelding, dus ook voor de gevallen die snel worden opgelost. Administratieve redenen verklaren dus dat Nijmegen hoger dan het gemiddelde voor de benchmark scoort.

  • Relatief verzuim per 1.000 leerplichtigen
    Van relatief verzuim is sprake als een op een school ingeschreven leer- of kwalificatieplichtige jongere ongeoorloofd afwezig is. De verzuimcijfers kunnen beïnvloed worden door beleid gericht op het sneller melden van verzuim. De benchmark voor deze verplichte indicator kan dus vertekend zijn.
  • Aandeel leerlingen in speciaal onderwijs
    Het gaat om het percentage leerlingen in het speciaal onderwijs en het voortgezet speciaal onderwijs, waarbij gepercenteerd is op alle leerlingen in het primair onderwijs (dus exclusief voortgezet onderwijs, conform landelijke cijfers).
  • Percentage van peuters met ontwikkelingsrisico dat gemeente bereikt met een toegespitst aanbod
    De opgenomen percentages betreffen het vierde kwartaal.
  • Aantal scholen dat behoort tot de 15% van de Nederlandse scholen met een populatie die de meeste kans op onderwijsachterstand heeft
    Deze indicator vervangt de indicator “aantal scholen met meer dan 30% leerlingen met een lage startkans”, die door de in 2019 doorgevoerde verandering van de definitie van onderwijsachterstand niet meer te leveren is.  
  • Gemiddelde benchmark
    Het gemiddelde voor de steden Arnhem, Eindhoven, Enschede, Groningen, Leiden, Maastricht, Nijmegen en Tilburg.

Klik hier voor meer onderzoeksuitkomsten/statistieken over onderwijs:

Bereikbaarheid

2014

2015

2016

2017

2018

2019

2020

2021

Rapportcijfers voor bereikbaarheid en parkeermogelijkheden:

Rapportcijfer ondernemers voor bereikbaarheid gehele stad

6,9

6,7

6,1

6,4

AUTO

Rapportcijfer bewoners voor bereikbaarheid van stad per auto

6,9

6,9

6,5

6,5

Rapportcijfer bewoners voor bereikbaarheid binnen stad per auto

6,2

6,2

6,0

5,9

Rapportcijfer ondernemers voor bereikbaarheid bedrijfslocatie per auto

7,1

7,2

6,7

7,0

rapportcijfer ondernemers voor bereikbaarheid bedrijfslocatie voor vrachtverkeer

6,5

6,1

6,2

6,4

Rapportcijfers bezoekers stadscentrum voor bereikbaarheid van binnenstad per auto 

6,9

6,9

6,9

6,9

Rapportcijfer bezoekers stadscentrum voor autoparkeergelegenheid

6,7

6,8

6,8

7,0

FIETS

Rapportcijfer bewoners voor bereikbaarheid binnen stad per fiets

8,0

8,1

8,1

8,1

Rapportcijfer ondernemers voor bereikbaarheid bedrijfslocatie per fiets

7,9

8,1

8,2

8,2

Rapportcijfers bezoekers stadscentrum voor bereikbaarheid van binnenstad per fiets 

7,8

7,7

8,2

8,0

Rapportcijfer bezoekers stadscentrum voor fietsenstallingsmogelijkheden

7,3

7,2

7,5

7,3

BUS

Rapportcijfer bewoners voor bereikbaarheid binnen stad per bus

7,5

7,4

7,2

7,1

Rapportcijfer ondernemers voor bereikbaarheid bedrijfslocatie per OV

7,0

7,0

7,4

7,5

Rapportcijfers bezoekers stadscentrum voor bereikbaarheid van binnenstad per OV 

7,6

7,6

7,9

7,7

Aantal letselslachtoffers per jaar: 

Voetganger

1

7

4

10

5

5

Fiets

31

18

30

21

21

21

E-bike/bromfiets 

24

34

21

26

18

24

Auto/motor

13

24

19

27

14

12

Overig

50

37

8

3

3

8

Totaal

119

120

82

87

61

70

Aantal geregistreerde verkeersongevallen per 100.000 inwoners

420

561

655

589

539

457

434

Gemiddelde benchmark

462

593

664

667

671

645

530

Aantal verkeersongevallen met letsel

76

110

105

78

72

53

65

Gemiddelde benchmark

122

155

168

180

179

172

151

Toelichting

  • Gemiddelde benchmark
    Het gemiddelde voor de steden Arnhem, Eindhoven, Enschede, Groningen, Leiden, Maastricht, Nijmegen en Tilburg.

Klik hier voor meer onderzoeksuitkomsten/statistieken over bereikbaarheid:

Wonen en stedelijke ontwikkeling

2014

2015

2016

2017

2018

2019

2020

2021

Gemiddelde WOZ-waarde woningen (x 1.000 euro)

191

184

188

194

205

234

252

273

Gemiddelde benchmark

184

179

181

186

198

218

235

254

Aantal nieuw gebouwde woningen per 1.000 woningen

14,3

8,7

17,7

17,5

13,7

10,7

5,8

Gemiddelde benchmark

6,7

7,8

8,2

9,3

9,5

10,5

10,3

Ontwikkeling aantal woningen

77.248

78.678

79.593

78.200

79.473

80.710

81.717

82.317

Ontwikkeling aantal sociale huurwoningen

29.026

29.050

29.669

29.602

29.608

29.829

30.053

Ontwikkeling aantal middeldure huurwoningen (huurprijs tussen aftoppingsgrens en €900)

12.811

15.557

Ontwikkeling aantal middeldure huurwoningen (huurprijs tussen liberalisatiegrens en €900)

3.740

4.570

Ontwikkeling aantal goedkope koopwoningen

15.806

15.262

14.182

12.757

12.118

7.515

6.901

Ontwikkeling aantal aangepaste corporatiewoningen

3.609

3.541

3.483

3.477

3.633

Ontwikkeling totaal aantal aangepaste woningen

7.740

7.300

Ontwikkeling aantal wooneenheden SSH&

5.703

6.186

6.291

6.280

6.343

6.470

6.376

6.581

Aantal corporatiewoningen toegewezen aan primaire doelgroep sociale huurwoningen 

1.600

1.311

1.417

1.531

1.440

1.541

1.122

1.345

Aantal corporatiewoningen toegewezen aan starters

1.076

884

1.012

745

602

749

532

701

Aantal koopwoningen naar starters in de voorgaande twee jaar

790

1.700

Gemiddelde slaagkans op sociale huurwoning, voor (her)starters (in %)

9,6%

7,5%

8,0%

7,1%

5,3%

5,4%

3,9%

3,8%

Gemiddelde slaagkans op sociale huurwoning, voor doorstromers (in %)

16,0%

11,1%

11,7%

10,7%

8,7%

9,2%

5,7%

6,6%

Gemiddelde slaagkans op sociale huurwoning, totaal (in %)

12,0%

8,9%

9,5%

9,4%

7,6%

7,7%

5,0%

5,6%

Ontwikkeling aantal afgegeven omzettingsvergunningen (voor verkamerde panden)

1.171

1.215

1.240

1.272

1.813

1.866

1.882

Demografische druk

53,9%

54,0%

53,6%

53,4%

53,8%

54,0%

54,5%

55,0%

Gemiddelde benchmark

56,1%

56,6%

56,7%

56,8%

57,1%

57,1%

57,1%

57,2%

Toelichting

  • Ontwikkeling aantal woningen
    Per 1 januari 2017 mogen gemeenten in de BAG alleen nog zelfstandige woonruimte registreren (en geen onzelfstandige woningen zoals (studenten)kamers of kamers in verzorgingshuizen of woongroepen). Dit zorgt in de cijferreeks voor een trendbreuk.
  • Ontwikkeling aantal sociale huurwoningen

Het gaat om het aantal corporatiewoningen onder de liberalisatiegrens (in 2021:  € 752,33).

  • Ontwikkeling aantal middeldure huurwoningen (twee varianten: tussen aftoppingsgrens en €900 en tussen liberalisatiegrens en €900)
    Het gaat om een driejaarlijkse raming op basis van het WoonOnderzoek Nederland. De 'aftoppingsgrens' is een begrip uit de huurtoeslag.  Als de huurprijs hoger is dan deze grens wordt de huurtoeslag 'afgetopt' ofwel verlaagd (de lage aftoppingsgrens lag in 2021 lag op €633,25). De huurliberalisatiegrens bepaalt of een huishouden een sociale huurwoning bewoont of een woning in de vrije sector (de liberalisatiesgrens lag in 2021 op €752,33).
  • Ontwikkeling aantal goedkope koopwoningen
    Tot 2021 gaat om het aantal woningen met een WOZ-waarde onder de €200.000. In 2021 gaat het om woningen met een WOZ-waarde onder de €220.000.
  • Aantal aangepaste corporatiewoningen
    Het gaat om woningen die rollatorgeschikt zijn en woningen die rolstoelgeschikt zijn. De daling in de laatste jaren kan veroorzaakt worden door striktere toepassing van de criteria.
  • Ontwikkeling totaal aantal aangepaste woningen
    Het gaat om een driejaarlijkse raming op basis van het WoonOnderzoek Nederland.
  • Aantal koopwoningen naar starters in de voorgaande twee jaar
    Het gaat om een driejaarlijkse raming op basis van het WoonOnderzoek Nederland.
  • Aantal corporatiewoningen toegewezen aan primaire doelgroep sociale huurwoningen
    De primaire doelgroep van woningcorporaties wordt gevormd door huishoudens met een inkomen tot aan de huurtoeslaggrens.
  • Ontwikkeling aantal afgegeven omzettingsvergunningen (voor verkamerde panden)
    De flinke groei in 2018 heeft te maken met de coulanceregeling omzettingsvergunningen.
  • Demografische druk
    De som van het aantal personen van 0 tot 20 jaar en 65 jaar of ouder in verhouding tot de personen van 20 tot 65 jaar.
  • Gemiddelde benchmark
    Het gemiddelde voor de steden Arnhem, Eindhoven, Enschede, Groningen, Leiden, Maastricht, Nijmegen en Tilburg.

Klik hier voor meer onderzoeksuitkomsten/statistieken over wonen en stedelijke ontwikkeling:

Openbare ruimte

2014

2015

2016

2017

2018

2019

2020

2021

Waardering bewoners openbare ruimte (samenvattende schaalscore)

6,8

7,0

7,0

6,8

Percentage tijdig afgehandelde meldingen Meld & Herstel 

86%

84%

80%

85%

80%

Percentage bewoners dat in de buurt veel overlast van één of meer vormen van fysieke verloedering ervaart

23%

23%

26%

21%

23%

24%

Gemiddelde benchmark

27%

27%

26%

26%

26%

24%

Percentage van het gemeentelijk oppervlak dat bestaat uit:

Openbaar groen

33%

Water

13%

Particulier erf (tuin)

25%

Bebouwd / verhard

29%

Aantal bewonersideeën ingediend op ‘mijn wijkplan’ 

150

130

86

70

Aantal uitgevoerde bewonersideeën 

68

40

24

33

Toelichting

  • Waardering bewoners openbare ruimte
    De waarderingsscore is berekend op basis van zeven vragen in de Burgerpeiling. Het gaat om vragen over hoe schoon men de stad en buurt vindt, de tevredenheid over het onderhoud van groenvoorzieningen in de buurt, de tevredenheid over het onderhoud van a. wegen in de buurt, b. wegen voor autoverkeer in de stad en c. fietspaden in de stad en de tevredenheid over de verlichting in de buurt. Hoe hoger de score hoe gunstiger.
  • Percentage bewoners dat in de buurt veel overlast van één of meer vormen van fysieke verloedering ervaart
    De bron is de landelijke Veiligheidsmonitor, die vanaf 2017 met tweejaarlijkse in plaats van jaarlijkse metingen werkt.
  • Aantal door bewoners ingediende ideeën op ‘mijn wijkplan’ en aantal uitgevoerde bewonersideeën ‘mijn wijkplan’
    Niet meegerekend zijn ideeën die namens bewoners door een medewerker van de gemeente geplaatst zijn. Een deel van de uitgevoerde bewonersideeën is in het jaar ervoor ingediend. Naast de 33 uitgevoerde bewonersideeën in 2021 (afgeronde projecten), waren er eind 2021 ook nog 30 ideeën in uitwerking of in  uitvoering.
  • Gemiddelde benchmark
    Het gemiddelde voor de steden Arnhem, Eindhoven, Enschede, Groningen, Leiden, Maastricht, Nijmegen en Tilburg.

Klik hier voor meer onderzoeksuitkomsten/statistieken over openbare ruimte:

Cultuur en Cultureel Erfgoed

2014

2015

2016

2017

2018

2019

2020

2021

Aantal bezoeken gesubsidieerde podia

488.054

562.342

607.228

601.206

667.095

681.560

248.975

177.847

Aantal bezoeken gesubsidieerde musea

106.995

94.182

106.705

80.129

147.553

122.725

62.661

68.850

Totaal aantal banen in kunsten, media en entertainment en creatieve zakelijke dienstverlening

3.326

3.516

3.652

3.610

3.697

3.880

3.971

3.987

CULTUURPARTICIPATIE VOLWASSENEN

Percentage volwassenen dat culturele voorstellingen bezoekt

84%

87%

Percentage volwassenen dat musea bezoekt

57%

59%

Percentage volwassenen dat in de vrije tijd met kunstzinnige activiteiten bezig is

46%

47%

CULTUURPARTICIPATIE JEUGD

Aantal Nijmegenaren tot 18 jaar dat lessen en cursussen bij De Lindenberg volgt

1.896

Aantal scholen waarmee De Lindenberg samenwerkt

42

42

42

43

41

43

Aantal basisscholen met 'de bibliotheek op school'

27

28

30

30

31

Klik hier voor meer onderzoeksuitkomsten/statistieken over cultuur en cultureel erfgoed:

Sport

2014

2015

2016

2017

2018

2019

2020

2021

Percentage niet-sporters onder volwassenen

40,1%

41,2%

Gemiddelde benchmark

44,5%

45,9%

Percentage volwassenen dat voldoet aan de beweegrichtlijn

58,7%

54,9%

Gemiddelde benchmark

55,4%

53,7%

Percentage volwassenen lid van een sportvereniging

23%

25%

24%

25%

Percentage volwassenen dat buiten verenigingen en sportscholen om aan sporten/bewegen doet

59%

62%

61%

68%

Percentage kinderen (4-12 jaar) lid van een sportvereniging

77%

Percentage kinderen (4-12 jaar) dat minder dan 5 uur per week beweegt

9%

Percentage sportverenigingen dat over voldoende vrijwilligers beschikt

51%

58%

69%

Percentage bewoners tevreden over sport- en beweegaanbod in de buurt 

68%

67%

69%

Bezettingsgraad gemeentelijke binnensportaccommodaties (in %) 

61%

61%

61%

62%

44%

Toelichting

  • Percentage niet-sporters onder volwassenen
    ‘Niet-sporters’ staat voor volwassenen die niet wekelijks sporten.
  • Percentage volwassenen dat voldoet aan de beweegrichtlijn

Personen vanaf 18 jaar dienen minstens 2,5 uur per week matig intensieve inspanning  te verrichten verspreid over diverse dagen, zoals wandelen en fietsen, en minstens tweemaal per week spier- en botversterkende activiteiten te verrichten.

  • Gemiddelde benchmark
    Het gemiddelde voor de steden Arnhem, Eindhoven, Enschede, Groningen, Leiden, Maastricht, Nijmegen en Tilburg.

Klik hier voor meer onderzoeksuitkomsten/statistieken over sport:

Financiën

2014

2015

2016

2017

2018

2019

2020

2021

Gemeentelijke woonlasten meerpersoonshuishoudens in euro’s 

694

722

746

740

735

737

777

786

Gemiddelde benchmark

687

701

708

713

716

745

777

797

Gemeentelijke woonlasten eenpersoonshuishoudens in euro’s

634

669

700

701

719

718

759

767

Gemiddelde benchmark

621

634

641

645

651

679

707

726

Toelichting

  • Gemiddelde benchmark
    Het gemiddelde voor de steden Arnhem, Eindhoven, Enschede, Groningen, Leiden, Maastricht, Nijmegen en Tilburg.

Duurzaamheid

2014

2015

2016

2017

2018

2019

2020

2021

Percentage hernieuwbare elektriciteit

,4%

,8%

1,5%

3,8%

4,7%

5,8%

Gemiddelde benchmark

5,1%

5,1%

5,1%

5,1%

5,1%

5,1%

Aantal zonne-energie installaties op woningen en bedrijven per 1.000 inwoners

12,3

16,9

22,3

29,0

39,6

55,7

69,9

Gemiddelde benchmark

10,2

14,4

19,6

26,2

35,4

47,6

61,6

Vermogen zonne-energie installaties woningen en bedrijven (kW per 1.000 inwoners)

35,2

54,8

75,8

101,4

139,8

223,9

315,1

Gemiddelde benchmark

36,3

53,6

75,8

111,5

172,5

258,0

361,4

Opgesteld windvermogen (op Land) (MW)

10

10

10

10

10

10

Gemiddeld elektriciteitsverbruik voor woningen (kWh)

2.640

2.620

2.540

2.470

2.390

2.380

2.440

Gemiddelde benchmark

2.738

2.724

2.654

2.624

2.528

2.471

2.494

Gemiddeld standaardjaarverbruik gas voor woningen (temperatuurgecorrigeerd) (m3)

1.280

1.230

1.200

1.230

1.200

1.150

1.150

Gemiddelde benchmark

1.254

1.186

1.168

1.169

1.163

1.133

1.130

Percentage woningen aangesloten op stadsverwarming

3,8%

5,4%

7,0%

7,3%

7,8%

8,3%

Percentage woningen met energielabel B of beter

22%

24%

27%

29%

31%

39%

46%

Gemiddelde benchmark

21%

23%

26%

26%

31%

37%

42%

Percentage utiliteitsgebouwen met energielabel C of beter

62%

63%

63%

64%

65%

Gemiddelde benchmark

59%

64%

63%

68%

70%

Aantal (semi)publieke laadpunten voor elektrische auto's

58

68

162

219

233

385

581

Gemiddelde benchmark

104

155

240

300

369

539

706

Omvang fijn huishoudelijk restafval (kg per inwoner)

117

104

92

91

88

88

91

Gemiddelde benchmark

192

184

178

162

160

157

155

Percentage gescheiden ingezameld huishoudelijk afval

67%

70%

73%

72%

72%

72%

73%

Toelichting

  • Percentage utiliteitsgebouwen met energielabel C of beter
    Onder een utiliteitsgebouw verstaan we gebouwen als kantoren, scholen, fabrieken, ziekenhuizen e.d. (gebouwen niet zijnde woningen). Het aantal Nijmeegse utiliteitsgebouwen waarvoor een label bekend is, is gestegen van 443 in 2016 naar 1.156 in 2020.
  • Percentage gescheiden ingezameld huishoudelijk afval
    Vanaf 2014 is de nascheiding van afval meegerekend (denk aan nascheiding van grof restafval en bouw- en sloopafval).
  • Gemiddelde benchmark
    Het gemiddelde voor de steden Arnhem, Eindhoven, Enschede, Groningen, Leiden, Maastricht, Nijmegen en Tilburg.

Klik hier voor meer onderzoeksuitkomsten/statistieken over duurzaamheid:

Wijkontwikkeling

2014

2015

2016

2017

2018

2019

2020

2021

Percentage tevreden over het functioneren van de gemeente met betrekking tot de aanpak van leefbaarheid en veiligheid

47%

Gemiddelde benchmark

45%

Percentage ontevreden over het functioneren van de gemeente met betrekking tot de aanpak van leefbaarheid en veiligheid

14%

Gemiddelde benchmark

14%

Rapportcijfer bewoners voor woonbuurt als plek om te wonen en te leven

7,4

7,5

7,6

7,5

Percentage bewoners dat zich inzet voor de buurt 

27%

30%

29%

32%

Aantal door bewoners ingediende ideeën op ‘mijn wijkplan’ 

150

130

86

70

Aantal uitgevoerde bewonersideeën

68

40

24

33

Schaalscore sociale kwaliteit woonbuurt

5,8

5,8

5,8

5,8

Percentage bewoners dat de buurt schoon vindt

71%

72%

73%

71%

Percentage bewoners met de indruk dat overlast van groepen jongeren in de buurt vaak voorkomt

12%

14%

10%

13%

Percentage huishoudens dat vaak stankoverlast ervaart in de buurt

4%

3%

4%

5%

Percentage huishoudens dat vaak geluidsoverlast ervaart in de buurt

14%

15%

16%

17%

Percentage bewoners tevreden over parkeergelegenheid in de buurt 

59%

59%

60%

58%

Percentage bewoners tevreden over OV in de buurt 

79%

78%

76%

76%

Percentage bewoners tevreden over groen in de buurt 

69%

71%

68%

66%

Percentage bewoners tevreden over mogelijkheden sporten en bewegen in de buurt 

68%

67%

69%

Percentage lage sociaal economische status

6%

6%

5%

4%

Woningen: percentage corporatiebezit

40%

43%

43%

41%

40%

40%

39%

39%

Toelichting

  • Percentage bewoners dat vindt dat de gemeente aandacht heeft voor de leefbaarheid en veiligheid in de buurt
    De bron is de landelijke Veiligheidsmonitor, die vanaf 2017 met tweejaarlijkse in plaats van jaarlijkse metingen werkt. Door wijzigingen in de methodiek bij de meting in 2021 zijn de uitkomsten voor het functioneren van de gemeente m.b.t. de aanpak van leefbaarheid en veiligheid niet vergelijkbaar met die van eerdere metingen.
  • Aantal door bewoners ingediende ideeën op ‘mijn wijkplan’ en aantal uitgevoerde bewonersideeën ‘mijn wijkplan’
    Niet meegerekend zijn ideeën die namens bewoners door een medewerker van de gemeente geplaatst zijn. Een deel van de uitgevoerde bewonersideeën is in het jaar ervoor ingediend. Naast de 33 uitgevoerde bewonersideeën in 2021 (afgeronde projecten), waren er eind 2021 ook nog 30 ideeën in uitwerking of in uitvoering.
  • Schaalscore sociale kwaliteit woonbuurt
    Het gaat om een schaalscore op basis van de reacties op de volgende stellingen in de Burgerpeiling: de mensen kennen elkaar in de buurt nauwelijks, de mensen gaan in de buurt op een prettige manier met elkaar om, ik woon in een buurt waar veel saamhorigheid is en ik voel me thuis bij de mensen die in de buurt wonen. Hoe hoger de score hoe gunstiger.
  • Percentage lage sociaal economische status
    Op basis van enquêtegegevens rond inkomen, opleiding en eigen woningbezit (Burgerpeiling) is een verdeling naar vijf welstandsklassen, van hoog naar laag.
  • Gemiddelde benchmark
    Het gemiddelde voor de steden Arnhem, Eindhoven, Enschede, Groningen, Leiden, Maastricht, Nijmegen en Tilburg.

Klik hier voor meer onderzoeksuitkomsten/statistieken over wijkontwikkeling:

Deze pagina is gebouwd op 04/20/2022 11:37:53 met de export van 04/20/2022 11:12:13