Resultaat
Het resultaat van € 40,5 miljoen voordelig wordt met name verklaard door onderstaande programma’s en onderliggende posten. Ten opzichte van de dynamische begroting betekent dit een afwijking van € 43,5 miljoen.
Hoofdoorzaken* | Bedrag | ||
1. | Programma Werk en Inkomen | € 13,8 miljoen | V |
2. | Programma Welzijn, Wijkontwikkeling en Zorg | € 10,8 miljoen | V |
3. | Programma Financiën | € 10,3 miljoen | V |
4. | Programma Wonen en stedelijke ontwikkeling | € 9,0 miljoen | V |
5. | Programma Bereikbaarheid | € 5,4 miljoen | N |
6. | Programma Onderwijs | € 2,6 miljoen | V |
Overige verklaringen per saldo | € 0,6 miljoen | N | |
€ 40,5 miljoen | V |
* De opgenomen uitsplitsing per programma betreffen de belangrijkste afwijkingen. Ze tellen daarom niet exact op tot de totaal genoemde afwijking.
- Programma Werk en Inkomen € 13,8 miljoen (Voordeel)
Ambitie: Alle Nijmegenaren kunnen in hun levensonderhoud voorzien
- Rijksmiddelen BUIG € 7,6 miljoen voordeel
De definitieve beschikking van de Rijksmiddelen BUIG is hoger uitgevallen dan waarmee in de begroting rekening is gehouden. Dit leidt tot een voordelig resultaat van zo'n € 7,6 miljoen ten opzichte van de begroting. Bij de 2e Voortgangsmonitor was met dit voordeel al rekening gehouden.
- Daling aantal uitkeringsgerechtigden op de verschillende regelingen € 3,1 miljoen voordeel
Door de daling van het aantal uitkeringsgerechtigden op de verschillende regelingen (PW, IOAW BBZ
(-Buig) en de IOAZ) is er een voordeel ontstaan op de uitkeringslasten van € 3,1 miljoen.
Ambitie: Alle Nijmegenaren participeren bij voorkeur door werk
- Minder middelen nodig voor uitvoering van de Wet Sociale Werkvoorziening (WSW), lagere overheadkosten en kosten directie MGR € 2,1 miljoen voordeel
Voor de uitvoering van de Wet Sociale Werkvoorziening (WSW) heeft de MGR dit jaar minder middelen nodig dan dat is opgenomen in de gemeentelijke begroting. Dit wordt hoofdzakelijk veroorzaakt doordat de loonkosten van de SW medewerkers minder hard toenamen dan verwacht. Bovendien was de uitstroom van het aantal WSW medewerkers groter dan waarmee rekening was gehouden in de begroting van de MGR. Dit leidde tot een voordeel op de loonkosten.
Daarnaast zijn de overheadkosten en kosten van directie uitvoering lager uitgevallen bij de MGR.
- Inzet Participatiemiddelen over het jaar 2021 € 1,0 miljoen voordeel
Het voordeel bij de MGR op de participatiemiddelen bedraagt € 1,3 miljoen. Dit voordeel is met name veroorzaakt doordat er, vanwege COVID-19, minder is uitgegeven aan instrumentengelden. Het aandeel van Nijmegen hierin bedraagt dus zo'n € 1,0 miljoen. De MGR ziet dat, mede door de inzet van de tijdelijke middelen vanuit Perspectief Op Werk (POW), Regionale Mobiliteitsteams (RMT) etc., men een positief resultaat heeft behaald op de Participatiemiddelen. Als de POW en het RMT niet beschikbaar waren geweest, waren de beschikbare Participatiemiddelen aangesproken en had de MGR niet zo'n groot voordeel gehad.
Dit heeft -naast het feit dat er een eenmalig voordeel is ontstaan vanuit een teruggave van het BTW-compensatiefonds- in totaliteit geleid tot een voordelig resultaat van € 1,0 miljoen.
- Programma Welzijn, Wijkontwikkeling en Zorg € 10,8 miljoen (Voordeel)
Ambitie: Ondersteuning volwassenen, gezinnen en kinderen
- WMO Beschermd wonen € 19,8 miljoen voordeel
Wmo beschermd wonen laat een significant voordeel zien van € 19,8 miljoen (lagere lasten).
Dit betreft een incidenteel voordeel aangezien we zeer waarschijnlijk vanaf 2024 te maken krijgen met een objectief (her)verdeelmodel. Met de 2e voortgangsrapportage hebben we van dit voordeel al melding van gemaakt. Het lagere uitgavenpatroon heeft voornamelijk te maken met de forse afbouw van het aantal gecontracteerde intramurale BW-plekken in de afgelopen jaren. Daarentegen hebben zorgaanbieders meer ruimte gekregen om ambulante trajecten (Beschermd thuis) in te zetten. Echter deze intensivering van Beschermd thuis producten blijft achter; Beschermd thuis wordt wel vaker ingezet door de zorgaanbieders, maar minder dan gecontracteerd.
Voor Wmo beschermd wonen is 2021 een a-typisch jaar geweest. Dit heeft te maken met de openstelling van de Wet langdurige zorg (Wlz) voor mensen met een psychische problematiek. In 2021 zijn er 370 cliënten (31%) uitgestroomd en overgegaan naar de Wlz. Vanwege deze overgang hebben we veel minder zorgkosten (ZIN en PGB) gemaakt vergeleken met voorgaande jaren, maar is ook de Rijksbijdrage vanaf 2021 neerwaarts aangepast voor centrumgemeente Nijmegen.
Ambitie: Eigen regie, respect en onderlinge steun
- Verschillende onderdelen van de individuele jeugdhulp € 7,1 miljoen nadeel
Oorzaak van deze afwijking zijn de hogere uitgaven op verschillende onderdelen van de individuele jeugdhulp. Mede door corona was de druk op de jeugdzorg ook in 2021 onverminderd hoog. De afwijking betreft vooral nadelen op de onderdelen jeugd-ggz € 2,5 miljoen, ambulante jeugdhulp € 1,8 miljoen en dagbehandeling € 1,8 miljoen.
- Tariefstijging op specialistische begeleiding € 2,6 miljoen nadeel
Het nadeel op Wmo-begeleiding is gegroeid door een sterke tariefstijging op specialistische begeleiding wat leidt tot een resultaat van € 2,6 miljoen negatief.
- Huishoudelijke hulp € 1,0 miljoen voordeel
Voor huishoudelijke hulp bedraagt het resultaat € 1,0 miljoen positief.
- Programma Financiën € 10,3 miljoen (Voordeel)
Ambitie: Financiële gezonde stad
- Extra middelen decembercirculaire gemeentefonds € 7,3 miljoen euro voordeel
Het totaal van de budgettaire effecten van de circulaires van december 2020 tot en met december
2021 laat een voordeel zien van € 7,3 miljoen. Het effect van de decembercirculaire 2021 is via
raadsbrief d.d. 25 januari 2022 gemeld.
- Treasury € 4,4 miljoen voordeel
Uitbetaling door de BNG, DAR en MARN van dividend over 2021 en voorgaande jaren geeft een
voordeel van € 0,9 miljoen. Daarnaast is de vervroegde winstuitkering van € 3 miljoen van de GR
Bijsterhuizen ontvangen.
- In 2021 hebben we op de OZB niet-woningen € 1,7 miljoen voordeel
In 2021 hebben we een voordeel op de OZB niet-woningen van € 1,7 miljoen. Dit is een incidenteel
voordeel dat ontstaat door het omzetten van landbouwgrond/weiland naar bouwgrond. Omdat
op de waardepeildatum niet is gestart met de bouwwerkzaamheden voor woningen moet wettelijk
op deze bouwgronden het niet- woningtarief toegepast worden.
- Minder uitgaven onderhoud waardoor minder opgenomen uit de onderhoudsreserve € 1,4 miljoen nadeel
Bij andere programma’s zijn minder uitgaven aan met name onderhoud gedaan. Daardoor is er ook een lager beroep op de onderhoudsreserves nodig. De bijdragen uit de onderhoudsreserves worden verantwoord bij het programma Financiën; ten opzichte van de begroting is er op rekeningbasis € 1,4 miljoen minder uit de onderhoudsreserves gehaald.
- Principeakkoord cao-gemeenten 2021-2022: salarisstijging per 1 december 2021
en een eenmalige uitkering over 2021; € 2,0 miljoen nadeel
Een deel van dit akkoord heeft betrekking op het jaar 2021, namelijk een salarisstijging per 1 december 2021 en een eenmalige uitkering over 2021. Dit geeft een nadeel van € 2,0 miljoen.
- Kapitaallasten € 1,2 miljoen voordeel
In 2021 hebben we een voordeel op de kapitaallasten (rente en afschrijving van investeringen) van
€ 1,2 miljoen. Dit is een incidenteel voordeel dat ontstaat door vertragingen in lopende
investeringsprojecten en het feit dat nieuwe investeringen in de loop van de komende jaren zullen
worden gerealiseerd. Dit voordeel is gemeld bij de 2e voortgangsmonitor.
- Programma Wonen en stedelijke ontwikkeling € 9,0 miljoen (Voordeel)
Ambitie: Goede werklocaties en voorzieningen
In totaal is het financiële effect van het taakveld grondbeleid € 8,0 miljoen voordelig.
Dit heeft onder andere te maken met de verschuiving van een deel van de kosten bouwrijpmaken naar latere jaren.
In de totale portefeuille van het grondbeleid is een lager realisatietempo waarneembaar bij de binnenstedelijke ontwikkelingen en de Waalsprong dan geraamd. Oorzaken hiervoor liggen bij de complexiteit van de projecten, vereiste doorlooptijden bij bestemmingsplanwijzigingen en het voldoen aan overige wet- en regelgeving.
Het effect bestaat uit de volgende onderdelen:
- tussentijdse winstnames ad € 1 miljoen (voordelig) bij de projecten Dobbelmannweg, van Schuylenburgweg en Dorpsstraat;
- vrijval op voorzieningen, met name bij Waalsprong, Compac, Onderwijshuisvesting, Waalfront, Vossenlaan en Dukenburg. Het financiële effect bij de voorzieningen, dat bestaat uit diverse toevoegingen en vrijval, heeft een totaal effect van € 6,8 miljoen (voordelig).
- Instellen van de voorziening Stationsgebied en Winkelsteeg. Het totale nadelige effect is € 8,1 miljoen.
- Claim Stationsgebied ad € 10 miljoen is niet geëffectueerd.
- Verwachte winstuitkering Bijsterhuizen ad € 1,5 miljoen is verantwoord op taakveld Treasury en uiteindelijk € 3,0 miljoen geworden.
- Programma Bereikbaarheid € 5,4 miljoen (Nadeel)
Ambitie: Veilig bereikbare stad
- Minder aan parkeeropbrengsten € 3,2 miljoen nadeel
We hebben in 2021 € 3,2 miljoen minder aan parkeeropbrengsten gerealiseerd. De oorzaak hiervoor
ligt in de corona-maatregelen waarbij gedurende lange tijd de winkels zijn gesloten en de evenementen geen doorgang hebben gevonden.
- Meer uitgaven in verband met (corona)maatregelen parkeren € 1,8 miljoen nadeel
Ten opzichte van de dynamische begroting is er € 1,8 miljoen meer uitgegeven. Oorzaken van deze afwijking zijn de € 0,5 miljoen voor inhuur voor opleggen van naheffingsaanslagen. Hier tegenover staat € 0,6 miljoen aan extra opbrengsten. Voor de uitvoering van de coronamaatregelen zijn € 0,5 miljoen extra personeelskosten gemaakt. En verder is een overschrijding van € 0,6 miljoen veroorzaakt door hogere elektriciteitskosten, oninbare schades, noodzakelijke aanpassingen aan parkeerdeks en hogere kosten in verband met inhuur van personeel.
- Programma Onderwijs € 2,6 miljoen (Voordeel)
Ambitie: Optimale participatiekansen en ontwikkelingsmogelijkheden
- Minder uitgaven op Onderwijsbeleid en leerlingzaken € 2,1 miljoen voordeel
In 2021 is per saldo € 8,1 miljoen beschikbaar. Hiervan is € 6,0 miljoen gerealiseerd. Dat leidt tot een voordeel van € 2,1 miljoen. Hiervan is reeds € 2,1 miljoen bij de 1e en 2e Voortgangsmonitor gemeld en had betrekking op de onderdelen Peuterwerk en Onderwijsachterstandenbeleid.
Bij Peuterwerk hangt het voordeel voor € 0,6 miljoen samen met een terugbetaalde subsidie 2020 en voor € 1,2 miljoen met de vrije - niet geprogrammeerde - budgetruimte binnen Peuterwerk.
Bij Onderwijsachterstandenbeleid primair onderwijs + Brede scholenkomt het voordeel van
€ 0,3 miljoen door de systeemwijziging van subsidie-beschikken en -bevoorschotten: in plaats van de
subsidie te verstrekken per schooljaar, zal met ingang van 2022 de subsidie OAB Primair Onderwijs
worden verstrekt voor een kalenderjaar.