Onderstaand wordt een toelichting gegeven op de afwijking tussen de realisatie en de dynamische begroting.
bedragen x € 1 mln | |||||
Wonen en stedelijke ontwikkeling | Begroting 2021 primitief | Begroting 2021 na wijziging | Rekening 2021 | Verschil | |
---|---|---|---|---|---|
Lasten | |||||
8.1 Ruimtelijke ordening | 3,2 | 3,4 | 3,1 | 0,3 | V |
8.2 Grondexploitatie | 109,1 | 120,0 | 115,2 | 4,8 | V |
8.3 Wonen en bouwen | 18,0 | 19,5 | 18,8 | 0,8 | V |
130,3 | 142,9 | 137,1 | 5,9 | V | |
Baten | |||||
8.1 Ruimtelijke ordening | 0,5 | 0,5 | 0,3 | 0,2 | N |
8.2 Grondexploitatie | 107,1 | 107,1 | 110,3 | -3,2 | V |
8.3 Wonen en bouwen | 14,1 | 17,8 | 17,9 | 0,0 | V |
121,7 | 125,4 | 128,5 | -3,1 | V | |
Totaal per programma | 8,6 | 17,5 | 8,6 | 8,9 | V |
Verschil = Begroting na wijziging -/- Rekening (V=voordeel; N=nadeel) |
Totaal programma
Aan het programma Wonen en stedelijke ontwikkeling geven we per saldo € 8,6 miljoen uit. Het grootste deel hiervan gaat naar de Grondexploitaties en Wonen en bouwen.
Per taakveld
Taakveld Ruimtelijke ordening
Lastenzijde
Ten opzichte van de dynamische begroting is er € 0,3 miljoen (8%) minder voor Ruimtelijke ordening uitgegeven. Door vertraging in de komst van de Omgevingswet is € 0,3 miljoen minder uitgeven aan implementatiekosten.
Batenzijde
Ten opzichte van de dynamische begroting is er € 0,2 miljoen (30%) minder ontvangen. Enerzijds door effecten op de uitvoeringskosten (€ 0,1 miljoen) en anderzijds door een lagere opbrengst voor informatie en advies (€ 0,1 miljoen).
Taakveld Grondexploitaties
Voor het taakveld grondexploitaties geldt dat een groot aantal effecten het uiteindelijke resultaat beïnvloedt. Slechts op hoofdlijnen kunnen de belangrijkste effecten toegelicht worden. Een uitgebreid inzicht in alle financiële effecten staat opgenomen in de Voortgangsrapportage Grote Projecten, dat per 9 maart aan uw Raad is aangeboden.
In totaal is het financiële effecten van het taakveld grondbeleid € 8,0 miljoen voordelig.
Dit effect bestaat uit de volgende onderdelen:
- tussentijdse winstnames ad € 1 miljoen (voordelig) bij de projecten Dobbelmannweg, van Schuylenburgweg en Dorpsstraat;
- vrijval op voorzieningen, met name bij Waalsprong, Compac, Onderwijshuisvesting, Waalfront, Vossenlaan en Dukenburg. Het financiële effect bij de voorzieningen, dat bestaat uit diverse toevoegingen en vrijval, heeft een totaal effect van € 6,8 miljoen (voordelig).
- Instellen van de voorziening Stationsgebied en Winkelsteeg. Het totale nadelige effect is € 8,1 miljoen.
- Claim Stationsgebied ad € 10 miljoen is niet geëffectueerd.
- Verwachte winstuitkering Bijsterhuizen ad € 1,5 miljoen is verantwoord op taakveld Treasury en uiteindelijk € 3,0 miljoen geworden.
Voor de grondexploitatie Stationsgebied is een bijdrage vastgesteld van € 17,9 miljoen.
Deze valt uiteen in een voorziening (€ 7,5 miljoen) ten behoeve van de grondexploitatie en in een dekking van toekomstige kapitaallasten (€ 12,7 miljoen) op het moment waarop het stationsgebied is gerealiseerd.
In de totale portefeuille van het grondbeleid is een lager realisatietempo waarneembaar bij de binnenstedelijke ontwikkelingen en de Waalsprong dan geraamd. Oorzaken hiervoor liggen bij de complexiteit van de projecten, vereiste doorlooptijden bij bestemmingsplanwijzigingen en het voldoen aan overige wet- en regelgeving. Het gelijktijdig in ontwikkeling en uitvoering brengen van verschillende vlekken in de Waalsprong maakt het geheel complex. Er is meer afstemming nodig om het proces in logistiek opzicht goed te laten verlopen.
Dit heeft geen direct effect op het resultaat. De rente, opbrengstenstijging, kostenstijging en disconteringsvoet zorgen voor een zeker evenwicht waardoor vertraging niet direct leidt tot een aanpassing van het resultaat.
Taakveld Wonen en bouwen
Lastenzijde
Ten opzichte van de dynamische begroting is er € 0,8 miljoen (4%) minder voor Wonen en bouwen uitgegeven. Er is minder uitgeven aan uitvoeringskosten (€ 0,1 miljoen), beleidsontwikkeling wonen (€ 0,3 miljoen) en exploitatie objecten van de afdeling Vastgoed (€ 0,7 miljoen). Daarentegen zijn de kosten van vergunningverlening € 0,4 miljoen hoger uitgevallen.
In 2021 zijn er meer milieu aanvragen geweest. Hier tegenover staan geen leges inkomsten.
Daarnaast zijn er in 2021 veel kleinere aanvragen geweest. Hiervoor ontvangen we naar verhouding lagere legesinkomsten. In 2021 zijn er minder aanvragen voor grote projecten geweest die voor grote legesinkomsten zouden moeten zorgen. Door de afname van het aantal aanvragen voor grote projecten, heeft dit geleid tot minder legesinkomsten. Dit geheel vormt onderdeel van de afrekening met de ODRN.
Het verschil tussen de primitieve begroting en de dynamische begroting is hierboven toegelicht bij het onderdeel Begrotingswijzigingen.