Onderstaand wordt een toelichting gegeven op de afwijking tussen de realisatie en de dynamische begroting.
bedragen x € 1 mln | |||||
Onderwijs | Begroting 2021 primitief | Begroting 2021 na wijziging | Rekening 2021 | Verschil | |
---|---|---|---|---|---|
Lasten | |||||
4.2 Onderwijshuisvesting | 18,7 | 20,5 | 19,7 | 0,8 | V |
4.3 Onderwijsbeleid en leerlingenzk. | 14,9 | 15,4 | 14,2 | 1,3 | V |
33,6 | 35,9 | 33,9 | 2,0 | V | |
Baten | |||||
4.2 Onderwijshuisvesting | 0,0 | 2,1 | 1,8 | 0,3 | N |
4.3 Onderwijsbeleid en leerlingenzk. | 6,9 | 7,3 | 8,2 | -0,9 | V |
6,9 | 9,4 | 10,0 | -0,6 | V | |
Totaal per programma | 26,7 | 26,5 | 23,9 | 2,6 | V |
Verschil = Begroting na wijziging -/- Rekening (V=voordeel; N=nadeel) |
Per programma
Aan het programma Onderwijs geven we per saldo € 23,9 miljoen uit. Het grootste deel hiervan gaat naar het taakveld Onderwijshuisvesting (per saldo € 17,9 miljoen). Het programma sluit 2021 af met een voordelig resultaat van € 2,6 miljoen. Hiervan is bij de 1ste en 2de Voortgangsmonitor reeds voor € 2,5 miljoen melding gemaakt.
De grootste afwijkingen zijn:
Onderwijshuisvesting voor € 0,5 miljoen. Dit voordeel wordt veroorzaakt door een lagere maatwerkvergoeding aan door-gedecentraliseerde scholen (DDC) én een overschot op het materieel budget van de niet-doorgedecentraliseerde scholen (niet-DDC).
Primair onderwijs + Brede Scholen voor € 0,34 miljoen. Dit voordelige resultaat is behaald door een systeemwijziging van subsidie-beschikken en - bevoorschotten.
Peuterwerk € 1,7 miljoen. Dit voordeel hangt voor € 0,6 miljoen samen met een terugbetaalde subsidie 2020 en voor € 1,18 miljoen met de budgetruimte binnen Peuterwerk. Het overschot hangt - als gevolg van corona - samen met een lager (dan verwacht) gebruik van de VVE (voor- en vroegschoolse educatie) en SMI (sociaal medische indicatie) voorzieningen en een uitgestelde inzet van de pedagogische coaches.
Per taakveld
Taakveld Onderwijshuisvesting
Tot dit taakveld behoren de gemeentelijke taken op het gebied van onderwijshuisvesting voor openbaar en bijzonder onderwijs. We maken daarbij onderscheid in scholen die doorgedecentraliseerd zijn en scholen die niet-doorgedecentraliseerd zijn.
In 2021 is een budget beschikbaar van € 18,4 miljoen. In 2021 is daarvan € 17,9 miljoen gerealiseerd, hetgeen resulteert in een voordelig resultaat van € 0,5 miljoen. De belangrijkste oorzaken van dit voordelig resultaat:
- Een lagere maatwerkvergoeding ad € 0,034 miljoen aan door-gedecentraliseerde scholen (DDC).
Prognose bij de 2de Voortgangsmonitor 2021 was: een voordelig resultaat van € 0,13 miljoen op het budget van de door-decentralisatie-vergoeding omdat er minder leerlingen zijn dan geprognosticeerd. - Een budgetoverschot van € 0,39 miljoen bij de niet-door-gedecentraliseerde scholen (niet-DDC).
Prognose bij de 2de Voortgangsmonitor 2021: een voordeel van € 0,24 miljoen met als vermelding van de oorzaak de vertraging van de nieuwbouw- of renovatieplannen van Aventurijn vanwege de overname van Pluryn door Stichting Aloysius. - Boekwaarde resultaat van € 0,1 miljoen van afgestoten actief tijdelijke huisvesting VMBO Citadel College aan de Dijkstraat.
Taakveld Onderwijsbeleid en leerlingzaken
Tot dit taakveld behoren het lokaal onderwijsbeleid en de leerlingenvoorzieningen, zoals het Onderwijsachterstandenbeleid, het bestrijden van voortijdig schoolverlaten, leerlingenvervoer, volwasseneneducatie en peuterwerk. In 2021 is per saldo € 8,1 miljoen beschikbaar. Hiervan is € 6,0 miljoen gerealiseerd. Dat leidt tot een voordeel van € 2,1 miljoen. Hiervan is reeds € 2,1 miljoen bij de 1ste en 2de Voortgangsmonitor gemeld en had betrekking op de onderdelen Peuterwerk en Onderwijsachterstandenbeleid.
- Peuterwerk . Voordeel hangt voor € 0,56 miljoen samen met een terugbetaalde subsidie en voor € 1,18 miljoen met de budgetruimte binnen Peuterwerk.
- De terugbetaalde subsidie is het gevolg van een lager gebruik van voorzieningen. Bij de indicatoren is te zien dat 2020 (83%) een lager bereik laat zien dan het jaar daarvoor (2019:91%).
- De € 1,18 miljoen budgetruimte is niet structureel. Wij hebben begroot op een uitbreiding van taken (o.a. de pedagogische coaches) en uitzetting van benodigde middelen op voor- en vroegschoolse educatie (VVE) en de sociaal-medische indicaties (SMI). De toevoeging van de pedagogische coaches was wel begroot maar vond pas invoering per januari 2022.
De benodigde middelen voor VVE zet uit; het is een wettelijke taak met een open einde. Het afgelopen jaar was vanwege corona daarentegen geen ‘normaal’ jaar. Wij hebben onze beleidsvoornemens moeten uitstellen. Dit heeft er toe geleid dat wij voor 2021 meer hebben begroot dan we daadwerkelijk hebben uitgegeven. De structurele lasten zullen met de toevoeging van (wettelijke) taken zoals de pedagogische coaches en uitzetting van de uitgaven op VVE en SMI de komende jaren daarentegen alsnog toenemen. - O AB primair onderwijs + Brede scholen . V oordeel van € 0,34 k omt door de systeemwijziging van subsidie-beschikken en -bevoorschotten: in plaats van de subsidie te verstrekken per schooljaar, zal met ingang van 2022 de subsidie OAB Primair Onderwijs worden verstrekt voor een kalenderjaar.
Het verschil tussen de primitieve begroting en de dynamische begroting is hierboven toegelicht bij het onderdeel Begrotingswijzigingen.